Opname vanwege lactaatacidose bij gestoorde nierfunctie: vaker bij metformine dan bij SU?

Het debat duurt al jaren: verhoogt metformine, net als het vroeger beschikbare fenfomine, nu wel of niet de kans op lactaatacidose bij gestoorde nierfunctie?  Best een relevant punt, want metformine kan erg nuttig zijn voor mensen met type 2 diabetes en een gestoorde nierfunctie. Een groep Amerikaanse onderzoekers deed een vergelijking met een sulfonylureum (SU) derivaat.

Methoden

In deze retrospectieve studie werden, gebruikmakend grote databases (Medicare, Medicaid etc), nieuwe gebruikers van metformine of SU vervolgd vanaf het moment van gestoorde nierfunctie (klaring < 60 ml/min) tot aan òf opname voor lactaatacidose òf overlijden òf einde van de studie. Opname vanwege lactaat acidose werd gedefinieerd als combinatie van de primaire ontslagdiagnose, een serum lactaatconcentratie van > 2.5 mmol/l en / of een arteriële pH < 7.35 of een serum bicarbonaat <19 mmol/l bij opname.

Resultaten

Het onderzoekscohort bestond uit 24.542 metformine en 24.662 SU gebruikers die alle een nierfunctiestoornis ontwikkelden (mediane leeftijd: 70 jaar; mediane eGFR: 55.8 mL/min/1.73m2). Er deden zich 4.18 (95% CI 3.63, 4.81) respectievelijk. 3.69 (3.19, 4.27) opnames vanwege lactaatacidose voor (adjusted hazard ratio [aHR] 1.21 [95% CI 0.99, 1.50]. Er was consistentie ten aanzien van de primaire ontslagdiagnose (aHR 1.11 [0.87, 1.44]) en de laboratoriumgegevens betreffende lactaatacidose (aHR 1.25 [0.92, 1.70]).

Conclusie

Bij diabetes patiënten die een nierfunctiestoornis ontwikkelden kwam opname voor lactaatacidose weinig voor. Het kwam niet significant vaker voor bij gebruikers van metformine dan bij gebruikers van een SU-preparaat.

Consequenties voor de praktijk

Deze studie is een bevestiging van wat we al weten en doen. We weten al dat lactaatacidose bij metformine gebruik bij een matig gestoorde nierfunctie weinig voorkomt. En wat doen we? In Nederland  verlagen we de dosering metformine vanaf een GFR van 60  en stoppen we metformine pas bij een eGFR van < 15. Als het gebruik van SU-preparaten vrijwel net zo vaak geassocieerd is met lactaatacidose als dat van metformine, dan is dat een argument om vooral zo door te gaan.

Diabetes Care 2020;43:1462–1470 | https://doi.org/10.2337/dc19-2391

Wellicht vindt u dit ook interessant

Plaats een reactie

Meld u aan voor de maandelijkse nieuwsbrief

Patiëntvoorbeelden m.b.t. vergoeding

Voeg je koptekst hier toe

Vergoeding diabetesmiddelen

Apothekersinstructies:

Er zijn 2 soorten terugbetalingsregelingen:
* TBR: patiënt declareert online of per post of de apotheker declareert namens de patiënt online
** HEVO-Consult: patiënt betaalt kosten eerst zelf en stuurt declaratie naar HEVO-Consult