Moet “vroege” zwangerschapsdiabetes behandeld worden?

Over het nut van behandeling van zwangerschapsdiabetes ontdekt voor een zwangerschapsduur van 20 weken bestaat geen consensus. Helpt behandeling de moeder of het kind? Onderstaande studie uit de New England Journal of Medicine van Simmons et al geeft tot op zekere hoogte antwoord. 

Methoden

Vrouwen met een zwangerschapsduur tussen 4 en 20 weken die een risicofactor hadden voor hyperglycemie en bij wie de diagnose zwangerschapsdiabetes was gesteld (W.H.O. criteria 2013) werden één op één gerandomiseerd over óf onmiddellijke behandeling van de zwangerschapsdiabetes óf uitgestelde / geen behandeling, afhankelijk van de uitslagen van een herhaalde OGTT bij 24 en 28 weken zwangerschapsduur. Er waren drie primaire uitkomsten: 1e  een samengestelde uitkomst van ongunstige neonatale gevolgen (geboorte voor 37 weken zwangerschapsduur, geboorte trauma, geboortegewicht ≥4500 g, ‘’respiratory distress’, fototherapie, intra-uteriene vruchtdood of neonataal overlijden, of schouder dystocie), 2e zwangerschap-gerelateerde hypertensie (pre-eclampsie, eclampsie, of zwangerschapshypertensie) en 3e ‘lean body mass’ van het kind.

Resultaten

In totaal ondergingen 802 vrouwen randomisatie; 406 werden toegewezen aan onmiddellijke behandeling en 396 aan de controlegroep; follow-up gegevens waren beschikbaar bij 793 deelnemers (98.9%). Een initiële OGTT werd na een zwangerschapsduur  van  gemiddeld (±SD) 15.6±2.5 weken uitgevoerd.

Een ongewenste neonatale uitkomst deed zich bij 94 of 378 vrouwen (24,9%) voor in de groep onmiddellijke behandeling, tegen 113 of 370 vrouwen (30.5%) in de controle groep (gecorrigeerd risico verschil −5.6 procent punt; 95% CI, −10.1 – −1.2). Zwangerschap gerelateerde hypertensie deed zich voor bij 40 van de 378 vrouwen (10.6%) in de groep onmiddellijke behandeling, tegen 37 van de 372 vrouwen (9.9%)  in de controlegroep (gecorrigeerd risico verschil, 0.7 procent punt; 95% CI, −1.6 – 2.9). De gemiddelde ‘lean body mass’ was 2.86 kg in de groep onmiddellijke benadeling tegen 2.91 kg in de controle groep (gecorrigeerd risico verschil −0.04 kg; 95% CI, −0.09 – 0.02). Er waren geen verschillen tussen de groepen ten aanzien van ernstige bijwerkingen verband houdend met screening en behandeling.

Conclusie

Onmiddellijke behandeling van zwangerschapsdiabetes voor 20 weken leidde tot een bescheiden vermindering in incidentie van ongunstige neonatale uitkomsten in vergelijking met uitgestelde cq geen behandeling; er waren geen relevante verschillen ten aanzien van zwangerschap gerelateerde hypertensie en neonatale ‘lean body mass’.

Overwegingen voor de praktijk

Onmiddellijke behandeling van vroege zwangerschapsdiabetes blijkt dus geassocieerd met een geringe reductie van het risico op ongunstige neonatale uitkomsten. Op zwangerschapshypertensie en neonatale ‘lean body mass’ deed deze vroege therapie niets. Het verschil in ongunstige neonatale uitkomsten bleek vooral veroorzaakt door het iets vaker voorkomen van ernstig verlopende ‘respiratory distress’. Nodigt deze trial nu uit tot het vroeger screenen op zwangerschapsdiabetes? Nee, dat lijkt niet het geval. De bescheiden voordelen van vroege behandeling pleiten, zoals een begeleidend editorial in de NEJM ook aangeeft, niet voor vroeger screenen.

Referentie

Simmons D et al; TOBOGM Research Group. Treatment of Gestational Diabetes Mellitus Diagnosed Early in Pregnancy. N Engl J Med. 2023 May 5. doi: 10.1056/NEJMoa2214956. Epub ahead of print. PMID: 37144983.

Wellicht vindt u dit ook interessant

Plaats een reactie

Meld u aan voor de maandelijkse nieuwsbrief

Patiëntvoorbeelden m.b.t. vergoeding

Voeg je koptekst hier toe

Vergoeding diabetesmiddelen

Apothekersinstructies:

Er zijn 2 soorten terugbetalingsregelingen:
* TBR: patiënt declareert online of per post of de apotheker declareert namens de patiënt online
** HEVO-Consult: patiënt betaalt kosten eerst zelf en stuurt declaratie naar HEVO-Consult