Type 1 diabetes is een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten. Patiënten met type 1 diabetes ontwikkelen niet alleen op een jongere leeftijd atherosclerose dan patiënten zonder diabetes, maar de ziekte is meestal ook uitgebreider en sneller progressief. Als patiënten een myocardinfarct hebben doorgemaakt, is het hebben van type 1 diabetes bovendien ook geassocieerd met een slechtere prognose. Welke factoren hier voornamelijk aan bijdragen is niet duidelijk. Door middel van een groot observationeel prospectief onderzoek, probeerden Finse onderzoekers uit te zoeken hoe verschillende infarct- en diabetes gerelateerde factoren de prognose van patiënten met type 1 diabetes na een eerste myocardinfarct beïnvloeden.
Methoden
Er werd gebruik gemaakt van gegevens uit de Finnish Diabetic Nephropathy (FinnDiane) Study, waarin 4217 Kaukasische Finse patiënten met type 1 diabetes werden geïncludeerd. Er werd een subgroep van 253 mensen uitgelicht, die allen hun eerste myocardinfarct doormaakten terwijl zij deelnamen aan de studie (i.e. tussen 1995 en 2011). Bij hen werden naast de studie gegevens die verzameld waren ook follow-up gegevens meegenomen. De mediane follow-up tijd was 3.07 jaar (interquartile range 0.02-8.45 jaar). De primaire uitkomstmaat was dood door cardiovasculaire- of diabetes gerelateerde oorzaak. In een multivariate COX regressie analyse werd beoordeeld welke factoren een associatie hadden met de primaire uitkomstmaat. De factoren die meegenomen werden in de multivariabele analyse waren onder meer: leeftijd ten tijde van het myocardinfarct, duur van de diabetes, geslacht, roken, HbA1c, pre-existent coronair lijden, hypertensie, medicatie gebruik, nierfunctie (classificatie volgens KDIGO), en het kalenderjaar waarin het myocardinfarct optrad.
Resultaten
De overleving na een eerste myocardinfarct bij de patiënten in de studie was laag, met een 30-dagen mortaliteit van 29%. Van de 253 patiënten waren 73% van de patiënten (n=187) na de mediane follow up duur van 3.07 jaar overleden.
Vooral een verminderde nierfunctie droeg bij aan een verhoogd risico op dood door diabetes-gerelateerde of cardiovasculaire oorzaak (KDIGO G3 (=eGFR 30-59): HR 3.27 [1.76–6.08], KDIGO G4 (= eGRF 15-29): HR 3.62 [1.69–7.73], KDIGO G5 (=eGFR <15) HR4.03 [2.24–7.26]. Daarnaast waren ook a priori aanwezig coronairlijden (HR1.50 [1.03–2.20] en een oudere leeftijd ten tijde van het myocardinfarct (HR1.03 [1.00–1.05]) geassocieerd met een hogere diabetes- of cardiovasculair gerelateerde mortaliteit.
Conclusie en relevantie voor de dagelijkse praktijk
In deze substudie van de FinnDiane Study werd een opvallend hoge cardiovasculaire- en diabetes gerelateerde mortaliteit gezien bij patiënten met type 1 diabetes na een eerste myocardinfarct. De deelnemers aan deze studie maakten hun myocardinfarct door tussen 1995 en 2011. Omdat de overleving van patiënten na een myocardinfarct in de laatste jaren verbeterd is zijn de resultaten van deze studie mogelijk niet volledig toepasbaar op de huidige patiëntenpopulatie. Desalniettemin stemmen deze getallen droevig. De onderzoekers vonden tevens een sterke associatie tussen nierfunctiestoornissen en dood door diabetes gerelateerde of cardiovasculaire oorzaak. Deze resultaten suggereren dan ook dat de preventie van chronische nierfunctiestoornissen cruciaal zijn om de prognose van patiënten met type 1 diabetes te verbeteren.
Referentie
Groop et al. Prognosis After First-Ever Myocardial Infarction in Type 1 Diabetes Is Strongly Affected by Chronic Kidney Disease Diabetes Care 2023;46(1):197–205