Residuele β-cel functie na de diagnose diabetes type 1 is geassocieerd met een lagere incidentie van complicaties en ernstige hypoglycemie. Baricitinib, een JAK 1 en 2 remmer is geregistreerd voor de behandeling van andere auto-immuun aandoeningen zoals reumatoide artritis. JAK inhibitie remt de cytokines betrokken bij CD8 +T-cel activatie.
Vraagstelling
Kan baricitinib bijdragen aan het behoud van β-cel functie?
Methoden
Het betreft een fase 2, dubbelblind, placebo gecontroleerd, gerandomiseerd onderzoek uitgevoerd in Australië. Deelnemers waren tussen de 10-30 jaar oud. Binnen 100 dagen na de diagnose DM type 1 werd gestart met placebo dan wel baricitinib. Ten minste 1 auto-antilichaam passend bij DM type 1 was positief. Op baseline was nog sprake van enige residuele β-cel functie, met een C-peptide van ten minste 0.2 mmol/l. De primaire uitkomst maat was het gemiddeld C-peptide, bepaald middels een area under the curve (AUC) tijdens een 2-uur durende mixed meal test in week 48.
Resultaten en conclusie
60 deelnemers werden behandeld met baricitinib (4 mg/dag gedurende 48 weken) en 31 met een placebo. De mediane mixed meal gestimuleerd C-peptide in week 48 was 0.65 nmol/l/min (interquantile range 0.31 tot 0.82) in de baricitinib groep en 0.43 nmol/l/min (IQR 0.13-0.63) in de placebo groep (p= 0.001). In week 48 was de tijd in doelbereik (3.9-10 mmol/l) vergelijkbaar tussen de beide groepen. De glucose variabiliteit was wel verschillend namelijk 29.6% (95% CI, 27.8 tot 31.3) in the baricitinib groep en 33.8% (95% CI, 31.5 tot 36.2) in de placebo groep. Er waren geen ernstige bijwerkingen in beide groepen.
Relevantie voor de praktijk
In recent gediagnosticeerde DM type 1 gaf behandeling met baricitinib een hoger gestimuleerd C-peptide in vergelijking met placebo. De resultaten zijn vergelijkbaar met eerder gepubliceerde onderzoeken op het gebied van immuuninterventie: tepluzimab en golimumab. De vraag is wel of het gevonden verschil in C-peptide persisteert na het staken van de baricitinib en of dit verschil leidt tot een klinisch relevant verschil in relevante uitkomsten zoals complicaties en hypoglycemie. Daarnaast was reeds op baseline de HbA1C waarde in de baricitinib groep lager dan in de placebo groep (HbA1c 6.98±1.28 versus 7.47±1.31 %).
Referentie
Baricitinib and β-Cell Function in Patients with New-Onset Type 1 Diabetes. Waibel et al, NEJM 389; December 7, 2023