De VADT is een onderzoek van 1791 veteranen (gemiddelde leeftijd 60,4 jaar) met een suboptimale regulatie van hun type 2 diabetes (HbA1c bij de start van de studie 79 mmol/mol), die gerandomiseerd òf intensieve – òf standaardtherapie kregen. De diabetes was gemiddeld 11,5 jaar tevoren vastgesteld en 40 % had al een cardiovasculair probleem gehad. Het doel was een absolute HbA1c reductie van 1,5 % in de intensieve vs. de standaardtherapie groep.
De primaire uitkomst was de tijd van randomisatie tot de eerste grote cardiovasculaire gebeurtenis (samengesteld eindpunt van myocardinfarct, cardiovasculair overlijden, hartfalen, operatie wegens vaatlijden, inoperabele coronairziekte en amputatie wegens ischaemisch gangreen). De mediane follow-up was 5,6 jaar en op dat moment was de mediane HbA1c 68 mmol/mol in de standaardgroep en 52 mmol/mol in de intensief behandelde groep.
Na deze 5,6 jaar werd geen significant effect gezien op het bovengenoemde eindpunt gezien met uitzondering van de progressie van albuminurie (p = 0,01). Na 10 jaar follow-up (beide groepen kregen na 5,6 jaar min of meer standaardtherapie =VADT-F) waren er 8,6/1000 minder grote cardiovasculaire gebeurtenissen, maar geen verminderde cardiovasculaire en totale mortaliteit (de secundaire eindpunten).
In 2018 werden in Diabetologia (vol.61:295-9, e-pub 2017) de resultaten tot 2013, d.w.z. na 11 jaar follow-up beschreven. Het HbA1c was in beide groepen inmiddels ongeveer gelijk. Na 11 jaar follow-up was er 34 % vaker een e-GFR hoger dan 60 ml/min/1.73 in de intensieve groep alsook een verbetering in KDIGO (Kidney Disease Improving Global Outcomes) categorie. De waarden van HbA1c, bloeddruk en lipiden waren in beide groepen gelijk.
Tijdens de ADA 2018 werden de resultaten na 15 jaar follow-up gepresenteerd. Op dat moment werden geen verschillen meer gezien in cardiovasculaire gebeurtenissen tussen de groepen met een standaardbehandeling en intensieve therapie.
De VADT laat zien dat het tijd kost om de gunstige effecten van het verlagen van het HbA1c op CVD/mortaliteit te zien optreden. In 2008 waren deze er nog niet en in 2015 wel. Na enige tijd verdween het verschil in HBA1c en zijn ook de gunstige effecten weer teniet gegaan. Na 15 jaar waren er geen verschillen meer in de beide studiegroepen. Er zou dus geen “glycemic legacy effect” zijn en de consequentie is dan dat je de verlaging van het HbA1c moet proberen te handhaven.
Klik hier voor de publicatie in het NEJM (2015).