Preventie van type 1 diabetes is een absolute prioriteit van de wereld diabetes community. Maar de zoektocht duurt al tientallen jaren met tot voor kort geen of minimale progressie. Dat lijkt voorzichtig te veranderen met de komst van het tegen CD3 gerichte monoclonale antilichaam teplizumab: in Barcelona werd de “anti-CD3 mAb (teplizumab) prevention trial” uitvoerig besproken.
Vraagstelling: Is het mogelijk om, gebruikmakend van het monoclonale antistof teplizumab, het ontstaan van type 1 diabetes te voorkomen?
Uitvoering: Dit is een gerandomiseerd, placebo-gecontroleerd, dubbelblind onderzoek gebruikmakend van het anti-CD3 monoclonale antilichaam teplizumab bij familieleden van patiënten met type 1 diabetes die zelf geen diabetes hebben maar wel een hoog risico op het ontwikkelen van de klinische ziekte type 1 diabetes. Patiënten werden gerandomiseerd over één 14-daagse kuur met teplizumab of placebo. De follow-up ten aanzien van progressie naar klinische type 1 diabetes werd uitgevoerd gebruik makend van een orale glucose-tolerantie test om de 6 maanden.
Belangrijkste resultaten: In totaal werden 76 deelnemers gerandomiseerd van wie 55 jonger waren dan 18 jaar: 44 naar de teplizumab groep en 32 naar de placebogroep. De mediane tijd tot aan de diagnose type 1 diabetes was 48.4 maanden in de teplizumab groep versus 24.4 maanden in de placebogroep. Type 1 diabetes werd gediagnostiseerd bij 19 (43%) bij de met teplizumab behandelden versus 23 (72%) in de placebogroep. De kans op de diagnose type 1 diabetes (teplizumab vs. placebo) was 0.41 (95% confidentie interval, 0.22 to 0.78; P=0.006). De geconstateerde bijwerkingen waren rash en voorbijgaande lymfopenie. Onder de deelnemers die HLA-DR3–negatief, HLA-DR4–positief, of anti–zinc transporter 8 antibody–negatief waren, ontwikkelden minder individuën in de teplizumab groep type 1 diabetes dan in de placebogroep.
Conclusie: Een 14 daagse kuur teplizumab blijkt de progressie naar de klinische type 1 diabetes bij hoog risico deelnemers te vertragen
Commentaar: Valt er op deze mega-interessante en bemoedigende resultaten wat af te dingen? Misschien een paar dingen: waarom zo’n raar scheve verdeling na randomisatie? Daar wordt de lezer altijd wat ongelukkig van. En verder: natuurlijk, een kleine studie met weinig power, maar zo moet dat nu eenmaal bij een high risk studie van een weinig voorkomende aandoening. Tenslotte: zorgen over het mogelijk t.z.t. ontstaan van antistoffen tegen teplizumab. Maar wat moet blijven hangen? Dat er eindelijk goed nieuws is op het preventiefront.
Klik hier voor de volledige publicatie in de New England Journal Medicine, juli 2019