Men zou kunnen denken: juist op jonge leeftijd is er nog van alles reparabel. En dat zal ook wel gelden voor type 2 diabetes bij kinderen/adolescenten. Als je hen maar heel goed behandelt kan je veel bereiken, juist ook ten aanzien van de functie van de bèta-cel. Over dit onderwerp werd in Barcelona een symposium gehouden.
Wat waren de feiten en overwegingen? Het blijkt, o.a. uit werk van het Rise Consortium (Mahler KJ et al., Diabetes 2019), dat kinderen/adolescenten met type 2 diabetes in vergelijking met volwassenen een hyperresponsieve bèta-cel functie hebben, maar ook dat het verval van de bèta-cel functie bij hen sneller verloopt.
In de Restoring Insulin Secretion (RISE) Adult Medication Study and the RISE Pediatric Medication Study werden medicamenteuze interventies vergeleken om de bèta-cel functie te verbeteren of te behouden. Obese kinderen/adolescenten (n = 91) en volwassenen (n = 132) met een gestoorde nuchter glucose of pas ontdekte type 2 diabetes werden gerandomiseerd tot 3 maanden insuline glargine gevolgd door 9 maanden metformine of 12 maanden metformine. Met hyperglykemische clamps bij de start, bij 12 maanden en bij 3 maanden na het stoppen van de behandeling werd de bèta-cel functie (d.w.z. C-peptide waarden gecorrigeerd voor insuline gevoeligheid) beoordeeld.
Het bleek dat de bèta-cel functie bij de kinderen/adolescenten verslechterde, zowel tijdens behandeling als na het staken van de behandeling. Het soort behandeling maakte daarbij geen verschil. Bij de volwassenen verbeterde de bèta-cel functie juist tijdens behandeling, maar deze verbetering ging verloren na stoppen van de therapie. Kennelijk is de reactie op medicatie van de bèta-cel functie bij kinderen/adolescenten ongunstiger dan bij volwassenen. Slecht nieuws voor de kinderen/adolescenten met een gestoorde nuchter glucose c.q. type 2 diabetes, zeker nu de stijging van de incidentie van deze groep maar voortduurt.