Toen RTCGM beschikbaar kwam leek dit een ideale mogelijkheid om personen met diabetes en een verminderd hypogevoel (Impaired Hypoglycaemia Awareness; IHA) tijdig te waarschuwen voor komende hypoglykemieën (hypo’s) en zodoende ernstige hypo’s te voorkomen en de kwaliteit van leven te verbeteren. In 2016 is dit aangetoond in een Nederlandse onderzoek door Van Beers (1). Mogelijk verklaart door de korte looptijd van de studie, vond Van Beers echter geen verbetering van het hypoglykemiegevoel, gemeten met de Gold score, die loopt van 1 (een hypo voel ik altijd) tot 7 (een hypo voel ik echt nooit). Het onderzoek van Van Beers heeft mede geleid tot vergoeding van RTCGM voor Nederlandse patiënten met diabetes met IHA (een Gold score van 4 of hoger). Om te onderzoeken of RT-CGM ook leidt tot verbetering van het hypoglykemiegevoel hebben 5 Engelse diabetes expertisecentra een RCT uitgevoerd bij 96 personen met T1DM en IHA, dat gepubliceerd is in 2014 in Diabetes Care (SA Little et al.: HypoCOMPaSS ). Zij vonden toen dat een interventie van gestructureerde uitleg over voorkomen van hypo’s in combinatie met maandelijkse controles gedurende 6 maanden resulteerde in een verbetering van het hypoglykemiegevoel (Gold score daalde van 5,1 naar 4,1), daling van het aantal ernstige hypo’s waarbij hulp van derden nodig was (van 8,9 / jaar naar 0,8/jaar), bij gelijkblijvend HbA1c (66 mmol/mol). Dit was onafhankelijk van het gebruik van RTCGM versus zelfcontrole met vingerprikken en ook onafhankelijk van de behandeling met CSII ( pomp) versus multipele insuline injecties (MDI).
In april 2018 publiceerde dezelfde groep het 2 jaar vervolg van deze studie: van de oorspronkelijke 96 deelnemers continueerden 76 de studie: routine controles, CSII of MDI behandeling naar keuze, maar wel bleef de randomisatie naar RTCGM versus zelfcontrole met vingerprikken in stand. RTCGM bleek na 2 jaar uiteindelijk maar door 1/3 van de mensen die hiermee de extensie-fase van de studie in gingen nog regelmatig gebruikt te worden. Het goede nieuws: Na 2 jaar was in de totale groep (dus onafhankelijk van methode van glucose meting of van methode van insuline toediening) de Gold score verder gezakt naar 3,7; het aantal ernstige hypo’s gezakt naar 0,7/jaar, bij min of meer gelijkblijvend HbA1c ( 61 mmol/mol). De auteurs benadrukken de combinatie van enerzijds educatie gericht op gedragsverandering en anderzijds de (al dan niet tijdelijke) technische ondersteuning in de vorm van meer geavanceerde feedback van bloedglucose, die het mogelijk maakt een duurzaam effect te bewerkstelligen op het aantal ernstige hypo’s (hetgeen van Beers ook had gevonden in de NL studie) als op een verbetering van het hypoglykemiegevoel (nieuw!).
Dit biedt perspectieven voor de clinicus practicus in Nederland. Het is ook interessant om te onderzoeken welk van de bovengenoemde componenten van de behandeling (gedragsverandering en bewustwording of technische ondersteuning) het meest effect sorteren. Dit zal worden onderzocht in de recent vanuit het VUMC opgestarte ECSPECT-Hypo studie, waaraan een aantal Nederlandse centra zullen meedoen.
S.A. Little et al. Sustained Reduction in Severe Hypoglycaemia in Adults with Type 1 Diabetes Complicated by Impaired Awareness of Hypoglycaemia: 2-year follow-up in the Hypo-COMPaSS Randomized Clinical Trial
Diabetes Care:Â https://doi.org/10.2337/dc17-2682
Referenties:
1. Van Beers CA, DeVries JH, Kleijer SJ, Smits MM, Geelhoed-Duijvestijn PH, Kramer MH, Diamant M, Snoek FJ, Serné EH. Continuous glucose monitoring for patients with type 1 diabetes and impaired awareness of hypoglycaemia (IN CONTROL): a randomised, open-label, crossover trial. Lancet Diabetes Endocrinol. 2016;4:893-902