Door: Anne Meike Boels (A.M.Boels-2@umcutrecht.nl)
Inleiding
Uit eerder onderzoek is gebleken dat mensen met type 2 diabetes mellitus die insuline gebruiken minder tevreden zijn met hun diabetesbehandeling dan mensen die enkel orale medicatie gebruiken of enkel een leefstijladvies hebben. Welke factoren verder binnen de groep die insuline gebruikt de tevredenheid met de behandeling bepalen, is niet bekend; slechts één eerdere studie heeft onderzoek gedaan binnen een subgroep insuline gebruikers. Om de tevredenheid met de behandeling te kunnen verbeteren bij deze groep, is het belangrijk om te weten welke factoren hiermee samenhangen.
Opzet
Voor dit onderzoek hebben wij gebruik gemaakt de gegevens gebruikt van de GUIDANCE studie: een onderzoek met 7597 T2DM patiënten uit België, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Italië, Zweden, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Bij dit onderzoek zijn van iedere deelnemer de gegevens op één moment vastgelegd (een ‘cross-sectioneel’ of dwarsdoorsnede onderzoek); deelnemers werden niet gevolgd in de tijd. De meerderheid van de deelnemers werd behandeld in de eerste lijn. De tevredenheid met de diabetesbehandeling werd geëvalueerd met de ‘Diabetes Treatment Satisfaction Questionnaire’ (DTSQ, score 0-36, hoe hoger de score, hoe meer tevreden).
Resultaten
In totaal hebben wij 1984 patiënten die insuline gebruikten geanalyseerd. De gemiddelde DTSQ-score was 28,50, variërend van 25,93 in Frankrijk tot 30,11 in Nederland. Mensen met type 2 diabetes die insuline gebruikten waren meer tevreden met hun diabetesbehandeling als zij diabeteseducatie hadden ontvangen. Ook diegene mét macrovasculaire complicaties waren meer tevreden. Mensen met een hogere HbA1c waarde of frequent ervaren hyperglykemie waren minder tevreden met hun diabetesbehandeling. We vonden geen verband tussen insuline regime of aantal injecties per dag en de tevredenheid met de diabetesbehandeling.
Discussie
Hoewel uit eerder onderzoek is gebleken dat mensen die insuline gebruiken minder tevreden zijn met hun diabetesbehandeling, beïnvloedt gelukkig noch het gekozen insuline behandelregime, noch het aantal insuline injecties per dag de tevredenheid verder. Dit laatste wordt ook door een eerdere studie bevestigd. Het verband tussen diabetes educatie en tevredenheid onderstreept weer eens het belang van goede educatie. Daarnaast zouden artsen extra alert moeten zijn voor patiënten zonder macrovasculaire complicaties, en met hogere HbA1c waarden om de tevredenheid van de behandeling bij deze groep te verbeteren. Mogelijk zijn mensen met macrovasculaire complicaties meer tevreden met hun diabetesbehandeling omdat vanwege hun complicatie de behandeling intensiever is geworden, zoals uit eerder onderzoek is gebleken.
Een belangrijk nadeel van ons onderzoek is dat het een dwarsdoorsnede onderzoek is; hierdoor kan geen causaal verband tussen tevredenheid en de gevonden factoren worden aangetoond. Daarnaast was de grootste associatie – die tussen tevredenheid en diabetes educatie – slechts een verschil van 1,64 op een schaal van 0 tot 36. Hoewel de hierboven genoemde factoren een belangrijke rol spelen bij tevredenheid van diabetesbehandeling, zijn er nog andere factoren van belang die niet in dit onderzoek gemeten zijn.