Wat is het risico op nieuw ontstane non-proliferatieve retinopathie (NPDR) en progressie van diabetische retinopathie (DR) in patiënten met DM type 2 die starten met een SGLT2i (empaglifozine) versus een DPP4i? GLP-1 RA zijn minder geschikt om mee te vergelijken daar GLP-1 RA geassocieerd met een initiële toename in retinopathie bij snelle verbetering van de glucoregulatie.
Methoden
Het betreft een cohort studie uit de VS waarbij de data van 2 verzekeraars werd gebruikt. Nieuwe NPDR werd gedefinieerd middels codering voor mild, matig en ernstige retinopathie. DR progressie werd gedefinieerd als een samengestelde uitkomst voor nieuwe proliferatieve DR, glasvochtbloeding, starten met VEGF injecties of laserbehandeling.
Resultaten
In totaal werden 2x 34.239 volwassenen gematched middels een propensity-score en geïdentificeerd met nieuw ontstane NPDR en 2x 7831 volwassenen met DR progressie. In de nieuw ontstane NPDR cohort was (52.4%) man en de gemiddelde leeftijd was 65.6 (SD 10.3) jaar. De HbA1c waarde was 8.69 in beide groepen. In het DR progressie cohort, was 52.5% man en de gemiddelde leeftijd was 67.0 (10.0) jaar. Na een gemiddelde follow up duur 8 (SD 7.5) maanden behandeling middels een SGLT2i danwel DPP4i, was het risico op nieuw ontstane NPDR niet verschillend tussen beide groepen (HR, 1.04; 95%CI, 0.94-1.15; RD, 1.30; 95%CI, −1.83 -4.44), terwijl het risico op DR progressie lager was in de groep die startte met empagliflozine vergeleken met de groep die startte met een DPP4i (HR, 0.78; 95%CI, 0.63-0.96; RD, −9.44; 95%CI, −16.90 tot −1.98).
Conclusie
Het starten met een SGLT2i is geassocieerd met een lager risico op progressie van diabetische retinopathie.
Relevantie voor de praktijk
Helemaal nieuw is deze bevinding niet, ook andere studies tonen een vergelijkbaar resultaat. Alhoewel in een observationele studie residuale confounding nooit helemaal is uitgesloten, is het wel opvallend dat reeds na een mediane follow up duur van 8 maanden een verschil werd gevonden tussen beide groepen in de progressie van retinopathie. Een andere mooie (muizen) studie gaf meer inzicht in het pathofysiologisch mechanisme. Het idee is dat er minder activatie plaats vindt van microglia en minder verlies van pericyten (zie afbeelding).
Referenties
Tesfaye H, Paik JM, Roh M, et al. Empagliflozin and the Risk of Retinopathy in Patients With Type 2 Diabetes. JAMA Ophthalmol. Published online December 05, 2024. doi:10.1001/jamaophthalmol.2024.5219
Mayumi Yamato, Nao Kato, Ken-ichi Yamada, Toyoshi Inoguchi; The Early Pathogenesis of Diabetic Retinopathy and Its Attenuation by Sodium–Glucose Transporter 2 Inhibitors. Diabetes 20 June 2024; 73 (7): 1153–1166. https://doi.org/10.2337/db22-0970