Patiënten met hartfalen hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van DM2. In deze studie met 6001 deelnemers met mild (41-49 %) of behouden ejectiefractie (LVEF ≥ 50 %) werd onderzocht welk effect finerenone had op het ontstaan van “new onset DM”.
Deelnemers met DM op baseline werden geëxcludeerd. New onset DM werd gedefinieerd als een HbA1c van 6.5 % of hoger bij 2 opeenvolgende studie visites of de start van nieuwe glucose verlagende medicatie. Na een follow up duur van ruim 31 maanden ontwikkelde 115 (7·2%) deelnemers in de finerenone groep en 147 (9·1%) in de placebo groep new-onset diabetes; 3.0 versus 3.9 per 100 persoonsjaren 95% (CI 2·5–3·6) met een Hazard Ratio van [HR] 0·76 [95% CI 0·59–0·97], p=0·026). De HbA1c waarde was vergelijkbaar tussen de placebo groep en de finerenone groep ( –0·01 [95% CI –0·03 to 0·02], p=0·67). Het was toegestaan om tijdens de studie te starten met een SGLT2i voor de indicatie hartfalen, maar minder deelnemers starten in de finerenone groep met een SGLT2i (12.4 %) dan in de placebo groep (16.5 %).
Deze studie laat zien dat behandeling met finerenone tot minder new onset DM leidt. Hoe kunnen we dit effect verklaren? Het is niet een direct effect op de glucosewaarden, de HbA1c waarden waren immers niet verschillend. Hogere plasma aldosteronwaarden zijn geassocieerd met insuline resistentie, maar andere studies met steroidal MRA’s (zoals spironolacton) hebben dit effect niet aangetoond. Mogelijk geeft finerenone minder oxidatieve stress en/of inflammatie waardoor dit tot een betere β cel functie resulteert.
Lees hier het volledige artikel: Finerenone and new-onset diabetes in heart failure: a prespecified analysis of the FINEARTS-HF trial