Mensen die laat naar bed gaan en laat opstaan hebben een 46% hoger risico op type 2 diabetes dan mensen met een ‘normaal’ slaappatroon. En dat is niet alleen vanwege leefstijlfactoren, zoals lange tijd werd verondersteld. Uit Nederlands onderzoek blijkt dat een hoger vetgehalte met meer visceraal vet en levervetten belangrijke factoren zijn.
Voor het onderzoek van postdoctoraal onderzoeker Jeroen van der Velde (LUMC) hebben 5026 mensen (54% vrouw, gemiddelde leeftijd 56 jaar en BMI 30Â kg/m2) een vragenlijst ingevuld over de tijden waarop zij in de regel gaan slapen en opstaan; op basis daarvan is hun middelpunt van de slaap (MPS) berekend.
Deze mensen zijn vervolgens onderverdeeld in: vroeg chronotype (de 20% van de deelnemers met de vroegste MPS), laat chronotype (de 20% van de deelnemers met de laatste MPS) en intermediair chronotype (de resterende 60% van de deelnemers). Â
Visceraal vet en levervet werden gemeten bij 1.526 deelnemers, met behulp van respectievelijk MRI-scans en MR-spectroscopie. De follow-up was 6,6 jaar. In deze periode werden deelnemers 225 gediagnosticeerd met type 2 diabetes. De resultaten werden gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, opleiding, totaal lichaamsvet en een reeks leefstijlfactoren (fysieke activiteit, voedingskwaliteit, alcoholgebruik, roken en slaapkwaliteit en -duur).
Vergeleken met het tussenliggende chronotype hadden de deelnemers met een laat chronotype een 46% hoger risico op type 2 diabetes (HR=1.46 [1.03,2.06]). Mensen met een laat chronotype hadden een 0,7 kg/m2 [0,3; 1.1] hoger BMI, 1,9 cm [1.0; 2.8] grotere tailleomtrek, 7 cm2 [0,1; 14,1] meer visceraal vet, en 14% [-0,1; 31.1] meer levervet.
Van der Velde: ‘Het verhoogde risico op type 2 diabetes kan dus niet alleen worden verklaard door de leefstijl van laatslapers. De vetverdeling speelt mogelijk ook een rol, onafhankelijk van leefstijlfactoren. Een andere verklaring voor het verhoogde risico op diabetes is dat mensen met een laat chronotype meer risico lopen op verstoring van hun circadiaanse ritme (biologische klok). Dit zou kunnen komen doordat het ritme van hun lichaam niet overeenkomt met dat van de omgeving waarin ze moeten functioneren Het ritme van de moderne samenleving is beter geschikt voor mensen met een vroeger chronotype. Verstoring van het circadiaanse ritme kan resulteren in metabole ziekten.’
In het TIMED-consortium doen Van der Velde en collega-onderzoekers momenteel al verder onderzoek naar het belang timing van leefstijl. ‘Kunnen we door aanpassingen in wanneer iemand slaapt, eet, beweegt het circadiaanse ritme herstellen en het risico op diabetes type 2 verkleinen? Dit onderzoek is nog in volle gang maar nu lijkt al duidelijk dat een laat chronotype een risicofactor is voor metabole ziekten en uiteindelijk type 2 diabetes.’