Wanneer oraal semaglutide wordt toegevoegd aan insulinetherapie bij patiënten met type 2-diabetes, wordt de bloedglucosewaarde significant verlaagd. In hoeverre zou de insulinedosis verminderd kunnen worden met behoud van een HbA1c < 53 mmol/mol? Tijdens de ADDRM zijn de resultaten besproken van de post-hoc analyse van PIONEER 8 waarin dit is onderzocht.
PIONEER 8 was een 52 weken durende, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie waarin patiënten met type 2-diabetes werden gerandomiseerd naar oraal semaglutide 3 mg (n=184), 7 mg (n= 182),14 mg (n=181) of placebo (n=184). Primair eindpunt was de verandering in HbA1c na 26 weken; secundair eindpunt was de verandering in lichaamsgewicht na 26 weken.
Lager HbA1c, lagere insulinedosis
PIONEER 8 liet een significant glucoseverlagend effect van oraal semaglutide versus placebo zien (-0,6 tot -1,2% versus -0,2%) bij patiënten met DM2 die onvoldoende onder controle waren met insuline.1 Patiënten die oraal semaglutide (7 of 14 mg per dag) kregen toegewezen, hadden een lagere totale dagelijkse insulinedosis aan het einde van de behandeling (week 52) ten opzichte van baseline, vergeleken met patiënten die werden behandeld met placebo (-6/-7 eenheden versus +10 eenheden).2
20% minder insuline
In de post-hoc analyse is de totale dagelijkse insulinedosering vanaf randomisatie tot week 8 verlaagd met 20%. Primair doel van de titratie was een nuchtere glucosewaarde van 4,0–5,5 mmol/l en een HbA1c <53 mmol/mol. De behandelingsperiode werd vervolgens opgesplitst in twee fasen:
- Week 8-26 -> de totale dagelijkse insulinedosering kon worden gewijzigd, maar mocht niet hoger worden dan de dosis bij aanvang van de studie
- Week 25-52 -> de onderzoeker was vrij de totale dagelijkse insulinedosering aan te passen
Resultaten
Een significant hoger percentage patiënten bleek in staat om insulinereducties van 20% te bereiken met semaglutide oraal versus placebo. Ook het percentage patiënten dat het samengestelde eindpunt van een HbA1c < 53 mmol/mol bereikte zonder hypoglykemie, zonder gewichtstoename en met een insulinereductie van ≥20% was met semaglutide 3, 7 en 14 mg hoger dan met placebo. Na 26 en na 52 weken waren de percentages met semaglutide respectievelijk 8,0/6,4%, 8,1/4,8% en 14,1/15,6% versus 0/0% met placebo, p<0,05). Deze data suggereren dat er nog grotere dosisverlagingen mogelijk zijn. Op de langere termijn kan een lagere insulinebehoefte voordelen opleveren zoals minder gewichtstoename.