Diabetische nefropathie komt steeds vaker voor. De nieuwe richtlijn chronische nierschade stelt dat verergering van nierschade en de ontwikkeling van nierfalen voorkomen kunnen worden als albuminurie (gemeten als ACR) op tijd wordt opgemerkt. Maar hoe groot is het voorspellende effect van ACR eigenlijk?
De huidige preventieve maatregelen voor diabetische nefropathie hebben geleid tot verlaging van het risico op nierfalen bij diabetespatiënten. Toch neemt de prevalentie van diabetische nefropathie nog altijd toe met het risico op ESRD (eindstadium nierfalen). Bij 16 op de 100 mensen met nierfalen is diabetes de oorzaak. Reden voor de onderzoekers om na te gaan of de doorontwikkeling tot ESRD uitgesteld of voorkomen kan worden. Zij analyseerden in een meta-analyse 28 cohorten met data van in totaal 693.816 patiënten met type 2 diabetes (2015-2018).
Primair eindpunt
Data van patiënten ouder dan 18 jaar bij wie herhaaldelijk het albuminuriegehalte is bepaald gedurende een periode van 8 maanden tot 4 jaar zijn in de analyse meegenomen. Gekeken is naar veranderingen in ACR of PCR (urine protein-to-creatinine). Primair eindpunt was de ontwikkeling van ESRD binnen twee jaar. ESRD is hierbij gedefinieerd als de start van niervervangende therapie.
Resultaten
Bij een verlaging in albuminurie van 30% twee jaar na baseline verlaagde het risico op eindstadium nierfalen met 17% (0.83 ([0.74–0.94). Dit was vrijwel consistent voor de cohorten en subgroepen (eGFR, diabetes en geslacht), maar het verband was sterker bij patiënten met hogere ACR-niveaus (p interaction<0·0001). Dit betekent dat de grootste winst door het verminderen van albuminurie gezien werd bij de mensen met de meest forse albuminurie op baseline. Bij patiënten met een baseline ACR van 300 mg/g of hoger is een forse daling van de albuminurie in de eerste twee jaar van de behandeling geassocieerd met een lagere kans (absolute risicoreductie >1%) op nierfalen in de tien jaar erna.
Klinische praktijk
Op basis van alle beschikbare data blijkt dat (veranderingen in) albuminurie (gemeten als ACR) een belangrijke voorspeller is voor het ontwikkelen van nierfalen. Deze studie onderstreept de nadruk van het tijdig vinden en behandelen van albuminurie zoals vastgelegd in de richtlijn chronische nierschade.
Referenties
https://www.nhg.org/actueel/nieuws/nieuwe-multidisciplinaire-richtlijn-chronische-nierschade
Geraadpleegd op 19 maart 2019
nieren.nl
Geraadpleegd op 19 maart 2019
Prof Josef Coresh, MD , Hiddo J L Heerspink, Pharm D, Yingying Sang, MS, Kunihiro Matsushita, MD, Prof Johan Arnlov, MD, Brad C Astor, PhD et al. Change in albuminuria and subsequent risk of end-stage kidney disease: an individual participant-level consortium meta-analysis of observational studies. The Lancet, January 08, 2019
1 reactie
Voor degenen voor wie 300 mg/g niet zoveel zegt:
in Nederland werken we met mg/liter of met mg/mmol kreatinine.
1 g kreatinine is ongeveer 10 mmol.
een getal van 300 mg/g kreatinine komt overeen met 30 mg/ mmol kreat of 20-30 mg/l; de bovengrens van normaal is 2,5 of 3 mg/l oftewel 2,5-3 mg/mmol kreat.
We spreken dus in bovenstaand artikel over forse albuminurie/proteinurie ( vroeger macroalbuminurie genoemd), die met een urine dipstick al gezien kan worden als spoor/pos. In de Nederlandse richtlijn chronische nierschade ( en ook diabetes) is deze hoeveelheid albumiurie van 300 mg/g een reden om te verwijzen naar een nefroloog