In het multicenter ADDITION-Europe onderzoek is het effect onderzocht van 5 jaar lang intensieve behandeling van meerdere risicofactoren bij net gediagnosticeerde type 2-diabetespatiënten. Nu zijn ook de resultaten bekend van een post-hoc follow-up analyse van 10 jaar naar cardiovasculaire en renale uitkomsten.
In het ADDITION-onderzoek in Denemarken, Engeland en Nederland werden ruim 3000 patiënten (leeftijd 40 tot 69 jaar) met type 2 diabetes ruim 5 jaar gevolgd. Intensieve multifactoriële behandeling werd vergeleken met behandeling volgens de nationale richtlijnen, waaronder de NHG-Standaard. Ook in de follow-up studie was het primaire eindpunt een samenstelling van het eerste cardiovasculaire event waaronder cardiovasculaire sterfte, cardiovasculaire morbiditeit (niet-fataal myocardinfarct en niet-fatale beroerte), revascularisatie en niet-traumatische amputatie.
Studie-opzet
In ADDITION werden 343 praktijken willekeurig toegewezen aan standaarddiabeteszorg (n=176) of intensieve multifactoriële behandeling (n=167). Van de 3233 individuen die tussen april 2001 en december 2006 gevonden werden door een screeningprogramma, stemden 3057 mensen in met deelname: 1379 in de controlegroep en 1678 in de interventiegroep. Van hen raakten 14 mensen buiten beeld en 12 trokken zich terug. Uiteindelijk bleven 3031 deelnemers over.
Resultaten follow-up
De gemiddelde duur van de follow-up was 9,61 jaar. In de eerste fase waren er aanzienlijke verbeteringen in HbA1c, lichaamsgewicht, bloeddruk en cholesterol in beide studiegroepen. Dit was nog steeds zo na 10 jaar follow-up. Wel waren de verschillen die er na 1 en 5 jaar waren tussen de groepen, na tien jaar afgezwakt. Na 10 jaar maakten 443 deelnemers een eerste cardiovasculaire event door en stierven er 465. Er was geen significant verschil tussen de incidentie van het primair samengestelde eindpunt (16,1 per 1000 persoon-jaren in de controlegroep versus 14,3 per 1000 persoon-jaren in de interventiegroep; HR 0,87, 95% CI 0,73-1,04; p=0,14) of mortaliteit (15,6 versus 14,3 per 1000 persoon-jaren; HR 0,90, 0,76-1,07).
Conclusie
Het blijkt dus mogelijk ook na 10 jaar een reductie te behouden in HbA1c en cardiovasculaire risicofactoren in de eerstelijnszorg.
Bron: Simon J Griffin, et al. Long-term effects of intensive multifactorial therapy in individuals with screen-detected type 2 diabetes in primary care: 10-year follow-up of the ADDITION-Europe clusterrandomised trial. Lancet Diabetes Endocrinol 2019; 7: 925–37
COMMENTAAR
In de landmark UKPDS-studie in de jaren ’80 onder nieuw gediagnosticeerde type 2 diabetespatiënten is met intensieve therapie een HbA1c-reductie bereikt. Het gunstige effect van deze HbA1c-daling hield nog 10 jaar aan na de studieduur van 10 jaar. In STENO 2, een belangrijke studie onder type 2 diabetespatiënten met micro-albuminurie in de jaren ‘90, bleven de gunstige effecten van multifactoriële behandeling nog vijf jaar gehandhaafd na het beëindigen van de achtjaar lange interventie. Ook in de ADDITION-trial blijven de gunstige cardiovasculaire effecten en de gunstige effecten op mortaliteit aanhouden, al zijn de verschillen tussen de groepen niet significant.
Om de uitkomsten goed te kunnen interpreteren is het van belang te kijken naar de glykemische controle in de controle- en de interventiegroep. In de follow-up van ADDITION was het HbA1c in beide groepen, dus ook in de controlegroep, lager dan 54 mmol/mol (7,1%) na 10 jaar follow-up. In tegenstelling tot de UKPDS en STENO 2 waar het HbA1c in de interventiegroep jarenlang 64 mmol/mol (8,0%) of hoger bleef. In ADDITION waren de meest gebruikte medicatie metformine, SU-derivaten en insuline. Het is te verwachten dat met de nieuwe klassen medicatie als DPP4-remmers, GLP1-receptoragonisten en SGLT2-remmers nog betere en veiligere glykemische controle bereikt kan worden.
Door: Takayoshi Sasako, Takashi Kadowaki, *Kohjiro Ueki