Wat doe je met diabetesmedicatie in de laatste levensfase? Mijn vermoeden is dat (nagenoeg) iedereen kritisch zal kijken wat echt nodig is, en waar mogelijk zal saneren. Maar hoe gaat dit in de dagelijkse praktijk? Alexander Kutz (Brigham and Women’s hospital, Boston) presenteerde in de sessie ‘Years and Years’ de resultaten van een Amerikaanse cohortstudie naar dit onderwerp. Doel was om het voorschrijven van diabetesmedicatie bij mensen met type 2 diabetes in het laatste levensjaar vast te leggen en om te kijken of de aanwezigheid van kwetsbaarheid gepaard gaat met andere voorschrijfpatronen.
Voor deze studie is gebruik gemaakt van de Medicare gegevens van 975,407 mensen met type 2 diabetes ≥67 jaar in de periode 2015 tot 2019. Gemiddelde leeftijd van de populatie was 81 jaar en 35% kon worden aangemerkt als kwetsbaar. Gedurende de studieperiode nam – over het geheel genomen – het gebruik van diabetesmedicatie toe: in 2015 gebruikte 71% van de deelnemers een of meer diabetesmedicatie terwijl dit in 2016 73% was. Met name het gebruik van metformine (41 naar 46%) nam toe, terwijl gebruik van sulfonylureum derivaten daalde: 37 naar 31%. Gedurende het laatste levensjaar nam het gebruik van medicatie echter wel af: het percentage mensen die diabetesmedicatie gebruikte was in de eerste 3 maanden van hun laatste levensjaar 66% terwijl dit in de laatste 3 maanden van hun leven 61% was. Deze daling kwam vooral door een afname van orale medicatie. Het gebruik van kortwerkende insuline nam juist iets toe. Opvallenderwijs waren de resultaten – grosso modo – gelijk voor mensen met en zonder kwetsbaarheid.
Alhoewel de dataset indrukwekkend is, moet er rekening gehouden worden met de beperkingen van dit type onderzoek. Zorg op maat, hetgeen juist in de laatste levensfase van belang is, kan je niet goed vatten in een grote dataset. Ook is het lastig om op basis van de gegevens verklaringen te zoeken voor de bevindingen in deze studie. Is de toename van kortwerkende insuline in het laatste levensjaar bijvoorbeeld toe te schrijven aan het frequenter inzetten van een bijspuitschema om zo alleen nog (symptomatische) hyperglykemie te bestrijden? Dit blijft onduidelijk. De bescheiden daling van medicatiegebruik in het laatste levensjaar is ietwat onbevredigend evenals de bevinding dat er geen verschillen zijn in medicatiegebruik tussen mensen met en zonder kwetsbaarheid. Zeker gegeven de expliciete richtlijnen die er inmiddels zijn* zou je eigenlijk hopen dat de deze studie een positiever beeld zou schetsen van de zorg in de laatste levensfase.
Kortom, de inzichten uit deze studie geven weer aanleiding tot nieuwe vragen én we moeten het vooral als een aanmoediging zien om het in de dagelijkse praktijk beter te doen.
* ElSayed NA, Aleppo G, Aroda VR, et al., American Diabetes Association. 13. Older adults: Standards of Care in Diabetes—2023. Diabetes Care 2023;46(Suppl. 1):S216–S229