Een nieuw perspectief op het mechanisme dat schuil gaat achter polyneuropathie

Een van de complicaties van diabetes, namelijk polyneuropathie (PNP), laat zich moeilijk duiden. Vrijwel iedereen met jarenlange diabetes heeft polyneuropathie, gemeten aan zenuwgeleding.  Maar hoeveel patiënten hebben er last van en welke last ervaren zij? Bij onze klinische beoordelingen voor de jaarcontrole zien we PNP als de grootste risicofactor voor een diabetisch voetulcus en dus uiteindelijk voor amputatie. We testen met monofilamenten en gebruiken daarvoor de SIMS-classificatie.  Waarom hebben sommige patiënten pijnlijke PNP en anderen – met soms meer vertraging in de zenuwgeleding- niet? De groep uit Sheffield o.l.v. Solomon Tesfaye zocht naar relaties buiten de perifere zenuwen en vond iets opmerkelijks.

Methode

Onderzocht werden patiënten met T1DM of T2DM zonder PNP (n= 57), met PNP maar zonder pijn (n=77) of met pijnlijke PNP (n=77); daarnaast 66 gezonde vrijwilligers. Naast een klinisch en neurofysiologisch onderzoek werd ook een hersen MRI gemaakt. De groep met pijnlijke PNP werd verder op basis van kwantitatief sensorisch testen (QST) verder verdeeld in een irritatieve nocicepteve groep (gewone stimuli als warmte/koude en tast lokken pijn uit) en in een nonirritatieve nociceptieve groep. Op de hersen MRI werden de volumina van de verschillende hersengebieden vastgelegd.

Resultaten

Vergeleken met gezonde controles en patiënten met DM zonder PNP,  hadden patiënten met PNP een verminderde dikte van de primaire sensomotorische cortex dikte.  Er was een correlatie tussen de afname van de schorsdikte en de ernst van de neurofysiologische afwijkingen. Verder was er een afname van ventrobasale kernen van de thalamus in patiënten met PNP. Patiënten met pijnlijke PNP en nonirritatieve nociceptie hadden een afname van het volume van de primair sensorimotorische corticale, posterieure cingulate corticale en thalamus volume in vergelijking met de irritatieve nociceptieve groep.

Conclusies

Er zijn structurele verschillen in de hersenen, met name in de pijn verwerkende delen, die specifiek zijn voor pijnlijke en niet pijnlijke PNP en ook tussen de irritatieve nociceptieve en en nonirritatieve nociceptieve types.

Betekenis van deze studie voor de praktijk

Pijnlijke diabetische polyneuropathie is een moeilijk te behandelen aandoening. De richtlijnen zijn de laatste 30 jaar hierin weinig veranderd en het succes is niet toegenomen (50-75 % kans op pijnreductie). Deze studie is de grootste tot nu toe die naar een andere verklaring zoekt, een andere invalshoek waarom de ene persoon een pijnlijke en de andere een niet pijnlijke PNP krijgt en die ook een verschil heeft gevonden in een gebied waar het niet verwacht was: het cerebrum. Toekomstige studies zijn nodig om het mechanisme verder te ontrafelen en misschien nieuwe therapieën te ontwikkelen, die meer gericht zijn op beïnvloeding van het CZS in plaats van focussen op perifere zenuwen.

Referentie

D Shelvarajah et al. Diabetes Care 2023; 46: 777-785; https://doi.org/10.2337/dc22-1123 Structural brain alterations in key somatosensory regions in diabetic peripheral neuropathy

Wellicht vindt u dit ook interessant

Plaats een reactie

Meld u aan voor de maandelijkse nieuwsbrief

Patiëntvoorbeelden m.b.t. vergoeding

Voeg je koptekst hier toe

Vergoeding diabetesmiddelen

Apothekersinstructies:

Er zijn 2 soorten terugbetalingsregelingen:
* TBR: patiënt declareert online of per post of de apotheker declareert namens de patiënt online
** HEVO-Consult: patiënt betaalt kosten eerst zelf en stuurt declaratie naar HEVO-Consult