Peter Jacobs presenteerde op de ATTD een studie waarbij een ‘alles-of-niets model’ vergeleken werd met een ‘continue model’. Een hartslagmeter om de borst in combinatie met een accelerometer werd gebruikt om input van beweging inzichtelijk te maken.
‘Alles of niets’ betekent een inspanning waarbij je langer dan 5 minuten meer dan 4 METS inspanning levert. ‘Continue’ houdt in dat de hartfrequentie gebruikt wordt als maat voor inspanning en dit continue meegenomen wordt in het model.
In het alles-of-niets model werd de pomp 30 minuten uitgeschakeld en het volgende uur op 50% basaal gezet. In het continue model gebruikt het algoritme op de telefoon continue de gegevens van Dexcom G6 en een Polar 600 horloge (hartslag en accelerometer) om de OmniPod insulinepomp aan te sturen.
24 volwassen T1DM personen brachten 1 dag door in het studiecentrum en verrichtten 25 minuten inspanning en 25 minuten andere activiteiten. Bij het continue model werd een meer continue afgifte van insuline gezien tijdens de inspanning versus categorisch nul gedurende 30 minuten bij het alles-of-niets model. Ook waren er grotere schommelingen in de insuline infusiesnelheid van de pomp (als teken dat het systeem sneller reageert op afwijkingen van het verwachte bloedglucose beloop) en een lagere tijd beneden doelbereik.
Jacobs benadrukte dat dit pas het begin is en er nog veel onderzoek nodig is. Voor andere vormen van inspanning, andere duur van inspanning en voor een grotere populatie van getrainde en ongetrainde personen met diabetes, als ook voor kinderen.