Samenvatting
Inleiding
Het is onbekend in hoeverre het risico op cardiovasculaire complicaties verhoogd is bij mensen met diabetes mellitus type 2 die niet voldoen aan de criteria voor een zeer hoog risico op hart- en vaatziekten, en die conventioneel behandeld worden met een sulfonureumderivaat (SU-derivaat).
Methode
De gegevens voor deze gematchte cohortstudie zijn verkregen uit het PHARMO Datanetwerk uit de eerste en tweede lijn in Nederland. De onderzoeksperiode liep van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2019. Patiënten met diabetes mellitus type 2 die niet binnen de nieuwe richtlijn voor diabetes mellitus type 2 en een zeer hoog risico op hart- en vaatziekten vielen, werden ingedeeld in twee groepen: één groep met 'meerdere risicofactoren' (MRF) op basis van risicofactoren in de NHG CVRM Standaard, en één groep zonder aanvullende risicofactoren (non-RF). Het risico op verschillende cardiorenale complicaties afzonderlijk en een samengesteld eindpunt (hartfalen, myocardinfarct, beroerte, perifeer arterieel vaatlijden, niertransplantatie, dialyse, > 50% daling van de eGFR-waarde en overlijden) werd onderzocht vanaf de start van een SU-derivaat en vergeleken met een gematchte diabetesvrije populatie.
Resultaten
In de 6.148 patiënten in de MRF-groep was de incidentie van het samengestelde cardiorenale eindpunt 13 (95% CI, 9-18) per 1.000 patiëntjaren. Vergeleken met de diabetesvrije populatie was dit risico significant verhoogd (gecorrigeerde hazard- ratio 3,6; 95% CI, 2,1-6,3). Ook in de 3.219 patiënten in de non-RF-populatie was zowel de incidentie als de gecorrigeerde hazardratio voor het samengestelde cardiorenale eindpunt significant verhoogd.
Conclusie
Ondanks conventionele behandeling met SU-derivaten en CVRM-management hebben mensen met diabetes mellitus type 2 − zowel met als zonder aanvullende cardiovasculaire risicofactoren − een verhoogd risico op cardiorenale complicaties.