Tijdens het ‘Pump, Pipes, and Filter’ symposium op 24 april ging professor dr. Chantal Mathieu van het Universiteitsziekenhuis in Leuven in op het gebruik van SGLT2-remmers bij type 1 diabetes. Dit is een precair gebied. Wanneer SGLT2-remmers onder strikte voorwaarden en met de juiste educatie gegeven worden aan type 1 diabetespatiënten, kunnen de resultaten veelbelovend zijn.
Er is de laatste tijd veel aandacht voor SGLT2-remmers. Bij type 2 diabetespatiënten laat dit middel naast een HbA1c-daling ook positieve resultaten zien op cardiovasculaire en renale eindpunten. Mathieu gaat verder dan deze patiëntenpopulatie en schrijft het ook voor aan een deel van haar patiënten met type 1 diabetes. Mathieu verwees in haar presentatie naar eerder studies met SGLT2-remmers bij type 1 diabetespatiënten.
DEPICT met dapagliflozine
In de DEPICT 1-studie verlaagde het HbA1c na 24 weken significant met 0.37% bij 5 mg en 0.42% met 10 mg versus placebo. Het totaal aantal eenheden insuline nam af met respectievelijk 10.78% [13.73, 7.72] en 11.08% [−14.04, −8.02],. Ook vielen de mensen iets af met respectievelijk 3.21% [3.96, 2.45] en 3.74% [4.49, 2.99], (P < 0.0001 for all).1
inTANDEM met sotagloflozine
In de inTandem studie met sotagliflozine bereikten 15.7%, 27.2%, en 40.3% van de patiënten die bij baseline een HbA1c ≥7.0% hadden een HbA1c <7% met respectievelijk placebo, sotagliflozine 200 mg en sotagliflozine 400 mg (P ≤ 0.003 vs. placebo) na 24 weken. Na 52 weken was het verschil in daling van de nuchtere bloedglucosewaarden tussen sotagliflozine 400 mg en placebo -1.08 mmol/L, -4.32 kg gewicht en -15.63% voor maaltijdinsuline en -11.87% voor de basale insulinedosis (all P < 0.001).2
EASE met empagliflozine
In de EASE trials met empaglifozine was de HbA1c-reductie -0.28% (95% CI -0.42, -0.15) bij gebruik van 2.5 mg, -0.54% (-0.65, -0.42) bij 10 mg en -0.53% (-0.65, -0.42) bij 25 mg (all P < 0.0001). De gewichtsdaling met empagliflozine 2.5/10/25 mg was respectievelijk -1.8/-3.0/-3.4 kg (all P < 0.0001). De TIR nam toe met 1.0/2.9/3.1 uur per dag (P < 0.0001 met 10 en 25 mg). De totale insulinebehoefte daalde met 6.4/13.3/12.7% (all P < 0.0001). Wel kwamen meer genitale infecties voor, net als DKA’s: 4.3% met 10 mg empagliflozine, 3.3% met 25 mg empagliflozine (3.3%). Met lagere doses was het aantal DKA’s vergelijkbaar met placebo (empagliflozine 2.5 mg (0.8%) enplacebo (1.2%).3
Voorzichtigheid
Mathieu wees op deze positieve resultaten met de waarschuwing dat diabetische ketoacidoses wel vaker voorkomen bij type 1 diabetes. Ook het risico op genitale infecties is aanwezig. Haar advies is alleen SGLT2-remmers voor te schrijven wanneer èn het diabetesteam èn de patiënt de juiste educatie hebben gekregen (braken = bellen!). Voorzichtigheid is geboden: met een bloedglucosewaarde van 10 mmol/l kan het lichaam toch al ketonen bevatten, aldus Mathieu. Ook moet het gewicht van de patiënten > 27 kg/m2 zijn en de insulinedosis niet te laag, aangezien die verder verlaagt bij gebruik van SGLT2-remmers. Met name de mooie vlakke grafieken en de hogere TIR noemt Mathieu de moeite waard.
Referenties