Na een RYGB is de diabetesremissie zo groot, dat de beste behandeling voor diabetes de chirurg lijkt te zijn. Maar, hoe vaak treedt diabetesremissie op na een RYGB, hoe lang houdt het aan, wat zijn de voorspellers en hoe groot is de kans op terugval? Deze vragen stonden centraal een groot Deens onderzoek onder 1111 type 2 diabetespatiënten. Â
Opzet onderzoek
In totaal zijn 1111 type 2 diabetespatiënten geselecteerd die een RYGB kregen in de periode van 2006-2015. Zij zijn gematcht met een cohort van 1074 type 2 diabetespatiënten die geen gastric bypass ondergingen. Diabetesremmissie is gedefinieerd als: geen gebruik van bloedglucoseverlagende medicatie bij een HbA1c <48mmol/mol (<6.5%) of monotherapie met metformine bij een HbA1c <42 mmol/mol (<6.0%). Er was sprake van terugval wanneer het HbA1c steeg tot 48 mmol/mol of hoger, of wanneer de patiënten toch weer bloedglucoseverlagende medicatie nodig bleken te hebben na de eerste stop.
Belangrijkste resultaten
Binnen zes maanden na de RYGB trad diabetesremissie op bij 65% van de patiënten. Dit aantal nam tot tot 74% in de daaropvolgende zes maanden en bleef hoger dan 70% tot vijf jaar na de operatie. Van de mensen bij wie binnen het eerste jaar follow-up remissie optrad, kregen resp. 6%, 12%,18% en 27% te maken met terugval na 2, 3, 4 en 5 jaar. Al met al was 73% van de patiënten nog altijd vrij van diabetes 5 jaar na de RYGB.
Voorspellers
De belangrijkste voorspeller bleek het gebruik van insuline: patiënten die insuline nodig hadden lukte het niet van de diabetes af te komen. Ook leeftijd speelde een rol (patiënten ouder dan 60 jaar hadden 17% minder remissie dan patiënten jonger dan 40 jaar), de diabetesduur (2.6 jaar versus 7.0 bij wie geen remissie optrad) en het HbA1c bij de start (48 versus 57 mmol/mol).
Tijdens de follow-up bleek ook het risico op microvasculaire complicaties 47% lager in de RYGB groep dan in de controlegroep, met name wat betreft diabetische retinopathie (48%) en nierziekten (46%). De impact op macrovasculaire complicaties was niet statistisch significant, maar was toch 24% na RYGB.
Redactioneel commentaar:
Dit betreft een grote studie met meer dan 1000 patiënten, met lange follow-up van ruim 5 jaar. Hoewel dit geen RCT is, zijn de data wel goed en onpartijdig verzameld: ze zijn afkomstig uit de Deense registry en er kan geen bias verwacht worden tussen de twee groepen. Aan de ene kant heeft de controlegroep iets meer coronaire verkalking, zij het niet significant. Aan de andere kant gebruikt de controlegroep minder anti-hypertensiva (wat een lagere bloeddruk suggereert) en zijn er iets meer mensen met een doorgemaakt cardiovasculair event. Omdat de groepen niet gerandomiseerd zijn, maar alleen gematcht voor geslacht, leeftijd, tijdstip van inclusie, gebruik van anti-diabetica en regio is er geen formele vergelijking tussen de twee groepen in basisparameters uitgevoerd. Des te interessanter dat er na vijf jaar minder microvasculaire complicaties zijn in de geopereerde groep en ook minder macrovasculaire complicaties. Gezien het feit dat dit lange follow-up real world data zijn uit een land dat qua registratie zijn zaken op orde heeft, zijn dit resultaten waar de Nederlandse zorgverlener iets mee kan. De beste behandeling voor diabetes is de chirurg, komt steeds dichter bij.
https://diabetesgeneeskunde.nl/arts/de-endocriene-effecten-van-bariatrische-chirurgie/
Origineel artikel