Achtergrond
Hypoglykemie is een veel voorkomende en potentieel gevaarlijke bijwerking van insulinetherapie bij mensen met diabetes. Elk jaar zijn er bijna 100.00 insuline-gerelateerde hypoglykemie bezoeken aan de spoedeisende hulp in de Verenigde Staten. Het merendeel van deze patiënten heeft een hogere leeftijd en heeft (waarschijnlijk) type 2 diabetes. Ongeveer een derde van de patiënten met type 2 diabetes wordt behandeld met insulinetherapie. Uit eerdere studies is gebleken dat een verminderde gevoeligheid voor hypoglykemieën (impaired awareness of hypoglycemia (IAH)) een risicofactor is voor het ontstaan van ernstige hypoglykemieën (waarbij iemand hulp nodig heeft van derden voor herstel van de hypoglykemie) bij patiënten met type 1 diabetes. Deze patiënten hebben een 6 keer hoger risico op het ontwikkelen van een ernstige hypoglykemie. IAH wordt gekenmerkt door een verlies van autonome waarschuwingssymptomen van een hypoglykemie, voordat neuroglycopenie optreedt. IAH is het resultaat van een proces van gewenning aan recidiverende hypoglykemieën. De prevalentie van IAH bij mensen met type 1 diabetes ligt rond de 25%. Er zijn minder gegevens bekend over de prevalentie van IAH bij type 2 diabetes patiënten die behandeld worden met insuline. Er zijn slechts een aantal kleine, monocenter studies verricht.
Het parelsnoer instituut (PSI) is een samenwerkingsverband tussen de universitair medische centra in Nederland. Er zijn verschillende parels (ziektebeelden) waarover informatie en gegevens verzameld worden binnen het parelsnoer instituut. Diabetes is hier één van. Het doel van de diabetes parel is het identificeren van te behandelen risicofactoren en het ontwikkelen van betere behandelstrategieën. Binnen de parel worden klinische gegevens en lichaamsmateriaal verzameld van patiënten met type 2 diabetes, en er worden vragen gesteld over bijvoorbeeld de kwaliteit van leven. Voor de analyse van deze studie hebben we data verzameld van de patiënten met type 2 diabetes die werden behandeld met insuline therapie. Alle patiënten moesten ook de Nederlandse vertaling van de aangepaste Clarke vragenlijst ingevuld hebben. Dit is een vragenlijst die gebruikt kan worden om te bepalen of iemand voldoet aan de criteria voor het hebben van impaired awareness of hypoglycemia (3 of meer vragen positief beantwoord) en of er sprake is van ernstige hypoglykemieën in het afgelopen jaar.
Belangrijkste resultaten
We hebben de gegevens geanalyseerd van 1.923 mensen met type 2 diabetes die behandeld werden met insuline therapie en die niet teveel missende gegevens hadden. Bijna 60% van deze patiënten was van het mannelijke geslacht, de mediane leeftijd was 61,2 jaar (IQR 55,1-68,3) en de diabetes duur 13,9 jaar (IQR 8,8-20,1). Meer dan de helft van de patiënten gebruikten meer dan 1 type insuline, en bijna een derde gebruikte 10 of meer verschillende medicijnen (excessive hyperpolypharmacy). Impaired awareness of hypoglycemia kwam voor bij 10,8% van de patiënten. Mensen met IAH waren minder vaak Kaukasisch, hadden minder vaak een partner, en hadden vaker een lager opleidingsniveau. Ze gebruikten minder vaak sulfonylurea. Ernstige hypoglykemie in het afgelopen jaar kwam voor bij 33,3% van de patiënten in dit cohort. Patiënten die een ernstige hypoglykemie hadden doorgemaakt in het voorgaande jaar waren wederom minder vaak Kaukasisch en hadden vaker een lager opleidingsniveau. Daarnaast hadden ze vaker een cardiovasculaire voorgeschiedenis en neuropatische pijn, en ze gebruikten vaker 10 of meer verschillende medicijnen. We vonden geen relatie tussen de HbA1c-waarde en het voorkomen van impaired awareness of hypoglycemia en ernstige hypoglykemie in dit cohort.
Conclusie
Impaired awareness of hypoglycemia en ernstige hypoglykemie komen relatief vaak voor bij patiënten met type 2 diabetes die behandeld worden met insulinetherapie.
Link naar relevante artikelen
https://parelsnoer.org/page/nl/
https://jamanetwork.com/journals/jamainternalmedicine/fullarticle/1835360
http://care.diabetesjournals.org/content/23/4/529.long
https://onlinelibrary.wiley.com/doi/abs/10.1111/j.1464-5491.2006.01880.x
https://onlinelibrary.wiley.com/doi/abs/10.1111/j.1464-5491.2009.02834.x
https://onlinelibrary.wiley.com/doi/abs/10.1046/j.1464-5491.2003.01072.x
https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0168822709004616?via%3Dihub