Achtergrond
Continue glucose monitoring (CGM), mits gemakkelijk uitvoerbaar, kan grote voordelen hebben voor de patiënt met type 1 diabetes. Immers, het moeizame zelf monitoren van de bloedsuikers met vingerprikken is daarmee van de baan. De flash sensor FreeStyle Libre heeft als grote voordeel boven de conventionele CGM dat kalibratie door de patiënt niet nodig is. Tot nu toe werd gedacht dat de flash sensor vooral voordelen zou hebben voor patiënten met type 1 diabetes die een insuline pomp gebruiken.
Vraagstelling
Wat is het effect van flash monitoring in vergelijking met het zelf monitoren van bloedsuikers op hypoglykemie bij goed gereguleerde patiënten met type 1 diabetes die een regime van multipele dagelijkse insuline injecties (MDI) volgen?
Wijze van onderzoek
Deze sub-studie (1) is onderdeel van een grotere studie naar het effect van flash monitoring bij een meer gevarieerde groep patiënten met type 1 diabetes. Alle deelnemers aan de sub-studie waren goed gereguleerd (HbA1c < 58 mmol/mol), checkten frequent hun bloedsuikers d.m.v. vingerprikken en werden in staat geacht de flash technologie te kunnen gebruiken. Zij hadden geen impaired awareness voor hypo’s, hadden recent geen ketoacidose of myocardinfarct doorgemaakt en evenmin recent gebruikt gemaakt van pomp of conventionele CGM. De deelnemers werden gerandomiseerd over flash monitoring (interventie groep) of zelf monitoren van capillaire bloedsuikers (controle groep). De primaire uitkomstmaat was tijd in hypoglykemie (<3.9mmol/l) tussen baseline en 6 maanden.
Belangrijkste uitkomsten
167 patiënten deden mee. Na 6 maanden was de gemiddelde tijd doorgebracht in hypoglykemie in de interventiegroep gedaald van 3.44 (baseline) tot 1.86 uur per dag. In de controle groep daalde de gemiddelde tijd in hypoglykemie niet significant van 3.73 tot 3.66 uur per dag. De deelnemers van de flash groep checkten gemiddeld 14.7 x per dag hun glucose, terwijl de controle groep dat 5.5 x per dag deed. Het HbA1c liet in beide groepen een geringe, niet-significante daling zien. De tevredenheid met de behandeling en de perceptie van het bestaan van hypoglykemie/hyperglykemie verbeterde significant in de interventie groep, niet in de controle groep.
Conclusie
Gebruik van flash monitoring bij goed gereguleerde type 1 patiënten die een MDI regime volgen vermindert de tijd doorgebracht in hypoglykemie significant zonder verslechtering van hun HbA1c en gaat gepaard met verbeterde satisfactie met de behandeling. Dat is goed nieuws, want een leven lang dagelijks 4-6 vingerprikken uitvoeren klinkt als bizar en uit de tijd. Een relativering t.a.v. deze studieresultaten is dat de grenswaarde <3.9 mmol/l arbitrair is. Bij een glucose van 3.0 tot 3.8 mmol/l spreekt men van een alertheids- of alarmgebied en niet per se van een klinisch relevante hypoglykemie. Men had m.a.w. ook voor een grenswaarde < 3.0 mmol/l kunnen kiezen, dat algemeen wordt beschouwd als klinisch relevant omdat het direct of in de toekomst een gevaar voor de gezondheid oplevert (2). Daarnaast is het belangrijk op te merken dat flash monitoring op dit moment kostbaarder is dan de huidige gebruikelijke zorg. De flash monitor is voor bijna alle type 1 patiënten ‘nice to have’. Daarover bestaat geen twijfel. Maar lastiger is de vraag: voor welke patiënt geldt ‘need to have’?
Referenties:
- Oskarsson P. et al. Impact of flash glucose monitoring on hypoglycaemia in adults with type 1 diabetes managed with multiple daily injection therapy: a pre-specified subgroup analysis of the IMPACT randomised controlled trial. Diabetologia March 2018, Volume 61, Issue 3, pp 539–550
- International Hypoglycaemia Study Group. Glucose concentrations of less than 3.0 mmol/L (54 mg/dL) should be reported in clinical trials: a joint position statement of the American Diabetes Association and the European Association for the Study of Diabetes. Diabetes Care 2017;40: 155–157